Blog

dominee 2.0

Een groep jonge a.s. predikanten heeft een manifest uitgebracht. Nu verdient dat alleen al daarom zorgvuldige aandacht, want jonge predikanten zijn zoiets als een bedreigde diersoort: die moet je koesteren.

In hun manifest vragen ze ruimte om op hun manier predikant te kunnen zijn. Want de kerk biedt dat niet. Daarin worden ze geacht over flauwekul te preken (licht, liefde, liturgische kleuren), terwijl zij het liever robuust over God Himself hebben (voorbij de schroom en met een heldere identiteit). De kerk dwingt hen op verjaardagsvisite te gaan en rommelmarkten te bezoeken, terwijl zij de ruimte willen om met vrijmoedigheid en enthousiasme te experimenteren met nieuwe vormen en nieuwe woorden

rommelmarkt prot.gem.emmen-emmermeer (Ichthus) – 2011

Misschien denkt u net als ik: waar gáát dit over? En wat is precies het probleem? Ik vermoed dat synodevoorzitter Verhoef en rector van de Prot. Universiteit Immink dat ook denken, maar zij haasten zich om hun instemming met het manifest te betuigen. A.s. predikanten moet je immers koesteren…

Misschien zie ik het helemaal verkeerd. Ik ben tenslotte al ongemerkt een ouwe dominee geworden… Maar volgens mij is het probleem niet dat er geen ruimte in de kerk zou zijn om nieuwe vormen te beproeven. Ook niet dat we te weinig toe zouden komen aan het inhoudelijke gesprek over geloof en leven.  Het is meer dat de boodschap van de kerk op onverschilligheid stuit (dat is altijd zo geweest) en vooral dat de animo voor georganiseerd geloven sterk is afgenomen.

Ik hoop dat we binnenkort een nieuwe generatie predikanten mogen begroeten, die hun enthousiasme voor het spreken over God ook inzetten bij de gewone handwerkzaamheden die nu eenmaal bij ons ambt horen. Te zijn daar waar de mensen zijn, op verjaarsvisites en rommelmarkten en waar dan ook…

Previous Post Next Post

7 Comments

  • Reply Henk janssen 11/07/2012 at 09:52

    Dit is een reactie van jongeren (aankomende predikanten) die opgekomen zijn in de pkn, met zorg kijken ze naar ontwikkelingen die er toe leiden dat veel jongeren de pkn verlaten, ook zij zelf zouden dat gedaan hebben als ze niet een roeping gevoeld hadden.(in negen van de tien samenkomsten waren zij de jongsten van de aanwezigen!)
    Er zijn veel middelen bedacht om het huis van God overeind te houden, dat is duidelijk,(ook die rommelmarkten horen daarbij) echter het besef dat God zelf wel in staat is om Zijn Huis overeind te houden is ver weggezakt. Nog altijd zal het spreken van God (en over God in daden en woorden) bepalend zijn voor haar plaats in deze wereld! Dat daar aandacht voor gevraagd wordt stemt mij tot vreugde.
    En dan is daar weer die prachtige psalm 51 : 5, 6 en 7 lbk.
    (die ook mij zo vaak nieuwe moed heeft heeft gegeven) eindigend met deze woorden:

    “Dan hebt gij lust aan offers recht gebracht,
    met kleinvee stroomt men toe en jonge stieren.
    (dat is iets anders dan een rommelmarkt)
    Jeruzalem, ik zie een nieuw geslacht
    opnieuw het feest van uw bevrijding vieren.”

  • Reply ron koopmans 11/07/2012 at 12:55

    Het zal wel bij de leeftijd horen, maar: wat wìllen deze ‘manifesteerders’ veel..! Ik proef er een jonge ‘Sturm und Drang’ in, alles moet anders, zíj zullen het klaren en de opleiding moet hen daarvoor toerusten, want de wereld is in de laatste 20 jaar echt héél anders geworden….
    Nu is er ook best wat veranderd, en met name bij de jeugd, maar ook weer niet zo heel veel. Twintig jaar geleden is voor mij als de dag van gisteren, maar ik ben dan ook al 56.
    Ik mis in het manifest de bereidheid om te dienen. Niet om God te dienen of de eigen roeping, dat zit wel goed. Maar wel de dienstbaarheid zorgvuldig om te gaan met de traditie (de hoge en de lage) en die niet te lijf te gaan met ge-experimenteer (wat is daar al veel mee kapot gemaakt!), en de dienstbaarheid om beschikbaar te zijn voor de hele kerk (voor jong maar ook voor oud).
    Wat me daarbij opvalt is dat er met een zeker dedain gesproken wordt over de kerkelijke cultuur: zie wordt zo oubollig mogelijk afgeschilderd. Er is in de kerk waarachtig wel meer dan rommelmarkten, en verjaardagsbezoeken doe ik al 20 jaar (!) niet meer. De jonge predikanten zetten zich vervolgens tegen die zelfgeschilderde oubolligheid af. Maar ja, zoiets zal wel bij een ‘manifest’ horen.
    Wat me ten slotte stoort is de drang God en geloof ter sprake te brengen als de kern waar het om gaat. Zoals de bakker spreekt over zijn brood, lijken de jonge predikanten het product ‘God’ aan de man/vrouw te willen brengen. Met een heel heldere identiteit, ook nog. Dien je God daarmee? Het spreken over God en geloof verdient juist een zekere schroom. Want geloven is intiem en persoonlijk, en Gods aanwezigheid is in dit leven alleen tastenderwijs te ontdekken.
    En ja, ik ben het met Bert eens, het ‘probleem’ is de onverschilligheid, altijd geweest, en de animo die voor iets als kerk afgenomen is. Daar hebben we het, jong en oud, mee te doen. Misschien moet je als predikant inderdaad wat ouder zijn om deze realiteit toe te laten en te integreren in je eigen roeping.
    Ten slotte: jammer dat de kerkleiding het manifest met zoveel instemming begroeten. Het past bij de nieuwe parmantigheid die de kerk zich momenteel aanmeet. Niet nodig. Vertrouwen en volharding mag volstaan.

  • Reply flip 11/07/2012 at 15:47

    ‘zijn waar de mensen zijn’

    dat is precies wat de ondertekenaars willen. en de mensen zijn niet meer in de kerk. Het stuk komt voort uit pijn van de lege kerk. En onverschilligheid daarover: ‘het is nu eenmaal zo’.
    die onverschilligheid proef ik hier ook en valt me ontzettend tegen. Is die onverschilligheid over het voortbestaan van de kerk er omdat het jullie tijd wel zal duren?

    zijn waar de mensen zijn, buiten de begaande wegen, nieuwe vormen van kerk die de mensen inderdaad in hun subcultuur opzoekt. Dát lijkt me de weg om te gaan. dat betekend een breuk met de gang van zaken die er nu is. waarin kerkleden in hun wensen bedient worden door een dominee die denkt dat het zijn tijd wel zal duren tot de kerk leeg is.

  • Reply jan ridderbos 11/07/2012 at 23:17

    Goede Bert,

    Als een collega die nog veel ouder is dan jij, vind ik wat je schrijft over de boodschap van de kerk, die op onverschilligheid stuit, met alle eerbied en respect die ik je toedraag onzin. Zeker omdat je het wel erg breed trekt: het is altijd zo geweest. Nou nee, kijkt naar de kerkgeschiedenis, kijk naar wat er in onze dagen in andere continenten gebeurt. Niets geen onverschilligheid. Ik denk wel (en ik lijd daaraan) dat het in de PKN adembenemend saai geworden is, mede dankzij invoering van het Dienstboek en Leesroosters. Bij ons in Kloosterveen spreken mensen me daarop aan, en ik kan hen geen ongelijk geven. We preken niet meer over een tekst die ons hart geraakt heeft, maar we preken over een tekst die ons wordt opgelegd. We bidden niet meer uit ons hart, maar we zeggen het kreupelrijm van zogenoemde liturgisten op. Er komt een nieuw Liedboek aan; ik heb in een groep rond Akke van der Kooi mee mogen doen aan de voorbereiding – althans, wij verkeerden in de veronderstelling dat we meededen. We hebben ons ingezet opdat de homo en de lesbo, de ongehuwde en de kinderloze, het kind en de jongere liederen van hun gading zouden vinden. Niets van dat al. Zonde van onze tijd en inzet (maar gelukkig hebben we inspirerende bijeenkomsten gehad, waar ik veel geleerd heb). Onze kerk is een ambtenarenkerk geworden, dodelijk saai. En in die zin kan ik de Nederlandse (!) twintiger alleen maar gelijk geven dan deze geen interesse heeft voor deze vorm van kerkzijn.

  • Reply Kees Wijnberg 12/07/2012 at 11:24

    Hoi Bert,
    Even een reactie op jouw reactie. De woordstam zegt het al: iets terug doen. De jonge predikanten hebben ons al in beweging gezet Bert! Dat op zich is al goed, denk ik.
    Ik herken hun gevoelens wel moet ik zeggen. Ik heb ook het gevoel dat we in de kerk ( zeker als instituut) alleen nog bezig zijn met en voor een generatie die binnenkerkelijke taal nog begrijpt en gehecht is aan wat was en en is. Ook de invoering van de dienstboeken heeft daar geen goed aan gedaan. Mijn eigen kinderen en zeker hun niet kerkelijk opgevoedde partners, snappen echt niet waar we mee bezig zijn in de kerk. Ze verstaan ons niet en omdat we geen moeite doen om een andere taal te gebruiken ( gewoon doen) is de kans op onverschilligheid groot.
    Je weet zelf, dat onze kerk nog altijd niet de moed heeft gehad haar belijdenisgeschriften bij de tijd te brengen. Gelukkig kennen mijn kinderen die niet!
    Ik zou niet weten hoe ik hen een en ander zou moeten uitleggen ( je kunt zelf wel wat passagges bedenken).
    Ik ga zondag preken, volgens het rooster, dat mij behoed voor stokpaardjes, over de uitzending van de 12 leerlingen. Misschien is dat wel een beetje wat de jonge predikanten en studenten bedoelen?
    Wij oude rotten zouden de sandalen maar weer eens aan moeten trekken, de kerk als instituut, met al haar bagage achter ons laten en met niets anders naar de niet-kerkelijken gaan dan hen het goede nieuws te brengen en hen tot inkeer brengen. Dan leggen we ze de handen op en laten hen voelen dat ze daar beter van worden. Jezus heeft ons nota bene de macht gegeven om onreine geesten als onverschilligheid uit te drijven.
    Bert, we kunnen samen gaan, of misschien nog beter samen met een jonge collega!
    Zo, mijn preek is weer voorbereid.
    Groet Kees.

  • Reply Peter Ybeles smit 13/07/2012 at 19:24

    Ik herken de ongerustheid van de jongeren, ookal ben ik zelf inmiddels 49. Ik voelde die ongerustheid toen ik jong was, en die voel ik nog steeds. Ik ben in totaal inmiddels 15 jaar diaken in een pgn gemeente, ik werd voor het eerst diaken toen ik 33 was. Relatief jong, en, als ik dat grapje hier mag maken, zullen diverse oudere gemeenteleden het indertijd wel een soort godswonder hebben gevonden dat zo n jong iemand diaken wilde worden.. En ik heb theologie gestudeerd, in kampen. Theologie vond en vind ik het leukste wat ik ooit ben gaan doen. Dominee ben ik nooit geworden vanwege mijn gezondheid. Ik ben vanaf mijn geboorte lichamelijk gehandicapt en chronisch ziek, en het ambt ingaan zat er om die reden echt niet in. Maar de betrokkenheid die de jongeren voelen bij de kerk, voel ik ook. Nog steeds. En ik maak me oprecht zorgen over de toestand van de kerk over 10 jaar. Als alle 70’ers en 80′ ers die nu nog de kerken vullen dood zullen zijn gegaan. Wat blijft er dan nog over van eens levendige en vitale volkskerken? Wie doet dan het licht uit? En wat komt er dan terecht van de overdracht van het Evangelie ? Van manieren om te beantwoorden aan de stem van God die je misschien voelt ? Aan kaders van geloofsbeleving? Sorry, maar ik heb vanaf dat ik jong was de kaalslag en de secularisatie mee gemaakt en om mij heen zien gebeuren. Vreemd genoeg raakte het mijzelf niet.. Maar ik ben echt overtuigd van het feit dat in veel opzichten de oude uitspraak ‘ extra ecclesia nulla salus ‘ echt waar is. Niet alleen spiritueel, maar ook sociologisch. Je ziet wat er gebeurd is sinds de kaalslag in de jaren ’60 begon toe te slaan. Wat heeft er gewonnen:het transnationale kapitalisme en het egoisme en het consumentisme. Is dat winst ? Nee, zeker niet, naar mijn mening. En de vaste wil van de VVD om ontwikkelingssamenwerking weg en kapot te bezuinigen kan alleen ontstaan waar de dagelijkse en wekelijkse oproep tot naastenliefde niet meer gehoord wordt, wel de druk om zoveel mogelijk te consumeren en dat het eigen ego voorgaat boven de armen in de 3e wereld. Is dat winst? Zeker niet.
    Antwoorden, laatstaan pasklare antwoorden, heb ik niet. Maar ik geef de jongeren die dit manifest hebben geschreven en werken in de kerk graag het voordeel van de twijfel.
    Want zo gaat het ook niet langer..

  • Reply Johannes {Johan} Vos 15/10/2018 at 15:22

    Geachte Dominee Altena,
    Zeer welsprekend teksten van uw hand lees ik zo op uw site.
    Het alles is zeer zuiver en rein: Bijbelteksten in z’n eigentijdse taal.
    Iets om een gehele Bijbel van te maken, lijkt me zo.
    Kunnen zo onze eigentijdse problemen van rampen, rampzalige scheidingen, droogte en oorlogen hiermee vertaald worden van Bijbel naar de huidige tijd en weerom.
    We hebben elkaar lang niet gesproken en het is dan ook goed van mijn kant een positief en hoog waarderend geluid te laten horen,
    Het ga u goed!

    Met vriendelijke groet,
    Johannes {Johan} Vos

  • Leave a Reply