Overdenking

De band der liefde (Pinksteren)

Eén van de namen die in de traditie aan de Heilige Geest worden gegeven, is die van de Band der Liefde, vinculum amoris, om het in het Latijn te zeggen.
De Geest van Pinksteren is de band van de liefde waarmee de gelovigen met elkaar worden verbonden, mensen die zo verschillend zijn als ze praten, zoals we in het wonder van het eerste pinksterfeest konden horen. De geest bindt mensen samen, brengt ons in gemeenschap.

De vorm waarin dat gebeurt, is die van de kerk. Pinksteren is daarom ook het geboortefeest van de christelijke kerk. Ooit toen daar in Jeruzalem is het begonnen en sindsdien is het uitgewaaid, letterlijk en figuurlijk, de wereld over. Een wereldwijde gemeenschap. Eén Heer, één Geest … één kerk?

Vandaag gaat het dus over die kerk, over ons zelf dus, en over de band van de liefde.

Door de Geest zijn wij met elkaar verbonden. Nu heeft dat woord ‘verbonden’ deze periode wel een andere klank gekregen. Van voor Pasen tot en met dit Pinksterfeest, kunnen we niet samen in de kerk komen. We staan voor een camera te praten of zoals vandaag in een bijkans lege kerk. Hoezo verbonden?

Gelukkig hebben we ook gemerkt, dat gemeenschap niet afhankelijk is van wel of niet naar de kerk kunnen gaan. We zijn op zoveel andere manieren met elkaar in contact. Dan daarbij, er zijn altijd al mensen die zich wel verbonden voelen, maar nooit naar de kerk komen, om wat voor reden dan ook.
Toch, ook dat hebben we gemerkt en merken we nog, wij mensen hebben het nodig om hoe dan ook lijfelijk gemeenschap te ervaren, om elkaar te kunnen zien, even te kunnen aanraken, om rechtstreeks te kunnen spreken van aangezicht tot aangezicht, om die bijbelse uitdrukking te gebruiken. Ieder mens heeft het nodig, om de ander in de ogen te kunnen zien, en om zelf gezien te worden. Geen mens kan zonder aandacht, erkenning, verbondenheid. Daarom is het zo moeilijk als je niet bij een geliefde op bezoek kunt in verpleeghuis of inrichting. Daarom valt het zwaar als kinderen niet naar hun ouders kunnen, of ouders niet naar kinderen of kleinkinderen, zoals zeker in de eerste weken het geval was.
Mensen hebben mensen nodig. Zonder aandacht, zonder contact, verpietert ieder mens. Er is geen ergere marteling dan de eenzame opsluiting waarbij de gevangene totaal genegeerd wordt, er geen woord tot hem of haar wordt gesproken.
Mensen leven van aandacht, van genegenheid, van liefde.

Maar dan is het wel van belang wat we met liefde bedoelen. Daarvoor letten we op de woorden uit de eerste brief van Johannes te letten, die we net hoorden. Daarin gaat het over de liefde, maar dan wel op een bijzondere manier. De liefde komt uit God voort, staat er. En nog sterker, God is liefde. Met andere woorden, wat liefde is wordt gekwalificeerd, wordt nader bepaald, ingevuld en ingekleurd door de liefde van God.

Dat is nog iets anders, dan wat het woordje liefde bij ons vaak betekent. Daar is liefde de romantische liefde, van de liefdesliedjes en de feelgood movies. Ook leuk, maar dat is toch wat anders dan de bijbelse liefde. God is liefde, maar dat is niet hetzelfde als Liefde is God.

Liefde in de bijbel gaat niet in de eerste plaats om heftige emoties, maar heeft ook een bepaalde zakelijkheid. Het heeft te maken met verantwoordelijkheid, van trouw en blijvende betrokkenheid, van een keuze waar je voor staat en waar je aan vasthoudt.
Ik heb het al eens vaker verteld, maar het heeft mij geweldig geholpen, wat ooit bisschop Tutu uit Zuid-Afrika zei: “Jezus vraagt ons om onze naaste lief te hebben; je hoeft hem niet aardig te vinden”.

Bijbelse liefde is niet klef, niet zoetsappig. Het gaat er niet om of je elkaar aardig vindt, maar dat je met elkaar in relatie staat. Dat is precies in de kerk aan de orde, waar ik ook samen ben met allerlei mensen die me soms niet liggen, waar ik me aan ergeren kan, die op mijn zenuwen werken, die soms totaal anders geloven of denken dan ik – zoals omgekeerd ik zo over kan komen op anderen. Maar daarom is de Geest van Jezus, de band der liefde. Dat is meer dan een bepaald gevoel; het is een houding.

Jezus is vol van Gods liefde, emotioneel – met ontferming bewogen – maar niet zoetsappig of kwezelachtig. Tenminste niet op die manier die in sommige kringen doorgaat voor het summum van christelijke vroomheid. Er is een vorm van naastenliefde die beledigend is.

Nee, Jezus’ liefde is de uitdrukking van Gods volgehouden keuze voor mensen, voor de zwaksten het meest, voor de mensen in de marge, in de verdrukking, voor wie op afstand leeft. De mensen die in de wereld achteraankomen maar in de Bergrede als eerste worden genoemd.
Liefde als volgehouden solidariteit, zelfs als dat verwerping en hoon en spot betekent, of erger, lijden en kruis. Dat is ’s werelds loon. Maar wij geloven dat die liefde van God, die zichtbaar en tastbaar is geworden in Jezus, de dood weerstaat, dat die liefde leeft en voortleeft en daarom zijn wij in de wereld geroepen om die liefde in praktijk te brengen. Dat is Pinksteren. Daarom is er een kerk in deze wereld. Die de band der liefde beoefent.

Ja, want God kan 100 x liefde zijn, als wij die liefde niet waarmaken en doorgeven, die Bijbelse liefde, dan wordt het niks.
Johannes schrijft: “Geliefde broeders en zusters, als God ons zo heeft liefgehad – nl. door zijn Zoon te zenden die verzoening brengt – als God ons zo heeft liefgehad, moeten ook wij elkaar liefhebben .. dan wordt Gods liefde in ons ten volle werkelijkheid”. Het een kan niet zonder het ander.
Dus toch nog even, ook die verzoening die Jezus brengt, die heeft het nodig dat mensen dat doorgeven en in leven houden. Dat is precies aan de orde in het Pinksterfeest. Nu zijn wij, mensen, aan de beurt. Dat is wat daar in Jeruzalem gebeurt. De kerk ontstaat, als een beweging van geïnspireerde en enthousiaste mensen, want de kerk, dat is mensenwerk, en als ze dat doet in de geest en door de geest, dan wordt ze het levend teken van Gods liefde, voor alle mensen, kerk en wereld samen.

De kerk is mensenwerk. Dat is soms ook een pijnlijke waarheid. Met alle kleinheid en bekrompenheid en kinnesinne en weet ik al niet wat.
Prof. Berkhof kreeg ooit eens bij een lezing allerlei bezwaren tegen de kerk voor de voeten geworpen. Hij antwoordde: lieve mevrouw, ik deel uw bezwaren, en ik heb er zelf ook nog wel een paar, maar weet u iets beters…?

We moeten het er mee doen. Of klinkt dat weer al te zuinig?

Ik zou zeggen: Laat je meenemen in die machtige beweging, niet om de kerk zelf, maar om de liefde van God, die mensen kan veranderen, die een wereld op zijn kop zet, die het geheim van het goede leven bewaart. Laat je meenemen en doe zelf ook mee, op je eigen manier, zoals bij jou past, bij de gaven jou gegeven. Doe mee, in vertrouwen, dat wie waagt wint, en wie het met God waagt altijd wint. Want: God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem.

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply