Overdenking

creatieve wisselwerking (Luc 7, 36 – 8, 3)

Gastvrijheid is een Oosterse deugd.
Het is dan ook geen wonder dat er veel verhalen in de bijbel staan, waarin gastvrijheid wordt gedemonstreerd, waarin samen gegeten wordt. De gezamenlijke maaltijd is een Bijbels ontmoetingspunt.
Jezus wordt uitgenodigd bij een van de Farizeeën thuis. Verderop blijkt hij Simon te heten. Misschien bent u opgevoed met de idee dat Jezus en de Farizeeën water en vuur zijn, dat ze vijanden van elkaar zijn. Maar wat we hier horen lijkt dichter bij de realiteit te komen. Dat Jezus bij een Farizeeër wordt uitgenodigd, is een uitdrukking van oosterse gastvrijheid, maar ook teken van verwantschap.

Nu gaat het in dit verhaal niet om de verhouding tussen Jezus en zijn gastheer. Dat speelt maar zijdelings een rol. Veel belangrijker is wat er in dat huis en bij de maaltijd gebeurt. De vrouw die binnenkomt met een flesje geurige olie en die daar bij het ligbed van Jezus, eerst een potje staat te janken en daarna met een wonderlijk gebaar met haar haren Jezus’ voeten droogt en vervolgens insmeert met de olie.
Wonderlijk? Is dat nu een gebaar van bijzondere tederheid? Of is het gewoon een onhandige actie? Is het aandachttrekkerij? Wat doet die vrouw daar zomaar in het huis? Is ze ook uitgenodigd, soms. Deelt zij in de gastvrijheid? Of is het zo’n verward type, die je bij ons op straat soms ook wel kunt zien – laat maar gaan, ze bedoelt het niet verkeerd…

De vrouw weet de aandacht te trekken. Ook door de aandacht die Jezus haar geeft. En er ontspint zich een gesprek tussen Jezus en Simon de gastheer, waar die vrouw dan weer op een opmerkelijke manier buiten blijft. Het gaat dan wel over haar maar ze spreekt zelf niet mee.

Wat vertelt dit verhaal? Waar gaat het om?
Een snelle blik laat al zien dat er van alles in kort bestek gebeurt. Het is maar waar je de nadruk op legt.

In het kerkblad heb ik geschreven dat Jezus ons hier iets leert over het goede schenken, vanwege de vrouw die hij als voorbeeld stelt.
Dat is ook wel zo, maar ik moest dat schrijven voordat ik op vakantie ging, en nu ik deze week uitgebreider met het verhaal ben bezig geweest, denk ik dat je ook moet zeggen: dit verhaal leert ons iets over het goede ontvangen. Schenken én ontvangen.
Het gaat over schenken: de vrouw geeft Jezus haar … liefde? genegenheid? in ieder geval besteedt ze zorg en aandacht aan hem, en een flesje olie. Het is allemaal heel basic, lichamelijk, er speelt zelfs een erotisch element in mee – daar duiden die losse haren op.
Zij schenkt Jezus haar liefde.
Jezus schenkt haar vergeving.
Maar zij ontvangt die vergeving ook, zoals Jezus haar gebaar van liefde weet te ontvangen en te waarderen. Hij laat haar immers rustig begaan.
En dat allemaal in het huis van Simon, die niet alleen Jezus ontvangt, maar kennelijk ook deze vrouw. Ze wordt niet weggestuurd. Ook al is ze niet uitgenodigd, ze is toch welkom. Net als een vluchteling (niet uitgenodigd, toch welkom). Ze mag haar gang gaan, ook al denkt de Farizeeër in Simon er het zijne van en later zijn tafelgenoten ook.

Deze ontvankelijkheid van de gastheer, dat noemden we al de oosterse gastvrijheid. Gastvrijheid, dat heeft te maken met het vermogen te ontvangen, de ander te ontvangen – en ook dat speelt dunkt me in dit evangelieverhaal een belangrijke rol, en juist daarin heeft dit verhaal denk ik ons vandaag iets te zeggen.

Laten we nog een keer naar het verhaal kijken. Want zoals ik al zei, er zit van alles in.
Op een bepaalde manier speelt de vrouw de hoofdrol. Haar actie trekt de aandacht en is de aanleiding voor het vervolg.
Tegelijk blijft ze merkwaardig mysterieus. Haar naam wordt niet genoemd. om maar mee te beginnen. Waarom niet? Zoiets gebeurt vaker in de bijbel, dat figuren geen naam krijgen. Omdat we die niet meer weten, of omdat die er niet toe doet? Omdat vrouwen geen naam mogen hebben? Dat laatste is het zeker niet.
Meteen na dit verhaal horen we de mededeling dat Jezus rondtrok om het goede nieuws van het koninkrijk van God te verkondigen, en vergezeld werd door enkele vrouwen die met name worden genoemd: Maria van Magdala, Johanna en Susanna – en tal van anderen, die uit hun eigen middelen voor hen zorgden (8: 3). Zelfstandige vrouwen. Dat is opmerkelijk, zeker tegen de achtergrond van die tijd en cultuur. Misschien moeten we de sleutel tot het verhaal zoeken in deze mededeling? Hoort deze naamloze vrouw ook tot die kring van Jezus’ inner circle?

Open Hands --- Image by © Royalty-Free/Corbis

Open Hands — Image by © Royalty-Free/Corbis

Wie is die vrouw en wat bezielt haar?
We mogen ernaar raden. Want, ander opmerkelijk gegeven: ze spreekt in dit verhaal geen enkel woord. Ze doet alleen maar. Ze zegt niets, smeekt niets, bidt niets, vraagt niets aan Jezus.
Ze zwijgt, nou ja, ze huilt. Waarom? Wat zit haar dwars? Wat maakt haar zo emotioneel?

Zo kun je nog wel even doorgaan. Hoe langer je naar zo’n verhaal kijkt, hoe vreemder het wordt. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de ingevlochten gelijkenis, over de geldschieter met de twee schuldenaars. Dat laat ik vandaag maar zitten, hoewel het ook veel vragen oproept, want klopt dat wel? Dat je dankbaarheid groter is naar gelang de grootte van  de kwijtgescholden schuld?

Nog één ding, want ook dat is zo raar: In de tekst wordt van alles gesuggereerd. Er staat bijv. dat de vrouw in de stad bekend stond als zondares. Ze heeft een zekere reputatie. Wat dat is, wordt er weer niet bij verteld. Maar in heel veel verklaringen kun je vinden dat ze waarschijnlijk een prostituee is geweest.., maar dat vullen wij dan in, want het staat er niet. Gek is dat, dat als we zonde lezen, dat dan de eerste gedachte in die richting is. Je zou ook kunnen denken: zondares? O, dan werkt ze waarschijnlijk in de financiële dienstverlening, of ze zit in de autohandel of ze heeft een brievenbusfirma in Panama of zoiets. Nee, het zal wel een hoer zijn. In elke uitleg komt de uitlegger mee…

Naar veel moet je raden, aan de andere kant weet de verteller precies wat Simon de Farizeër bij zichzelf denkt – dat Jezus toch wel moet weten wie deze vrouw is, en tegen het einde weet de evangelist ook nog eens wat de tafelgenoten bij zichzelf denken – wie is toch deze, en dan gaat het over Jezus, dat hij zelfs zonden vergeeft…

Als het nu gaat om de vraag wat dit wonderlijke verhaal ons precies te vertellen heeft, dan zou ik het in dat laatste willen zoeken. De verbazing over wat hier gebeurt, over de vergeving die zo royaal en nadrukkelijk van Jezus naar deze vrouw uit gaat. Een verbazing die des te groter is omdat we zo weinig van deze vrouw weten.

Voor Jezus is dat geen bezwaar. Integendeel. Het is ook zo opmerkelijk dat hij op geen enkele manier aandacht besteedt aan haar gemoedsgesteldheid. Dat zou je toch denken, als iemand zo bij je komt staan en de tranen de vrije loop laat, dat je dan vraagt: wat scheelt er aan, waarom heb je verdriet, wat is er aan de hand?
Niets van dat alles. Hij vraagt niet naar haar achtergronden, haar ziektegeschiedenis, haar zorgdossier, haar anamnese. Hij neemt haar zoals ze is, door en in wat ze doet. Hij laat haar begaan.

Hoeft ze niks te zeggen, omdat hij genoeg weet? De alwetende Heer? Ja, als je het zo ziet, dan los je alle spanning op.
Ik ben geneigd te zeggen dat juist deze opmerkelijke reactie, dat hij niet reageert – dat hij haar de ruimte laat om haar emoties te uiten zonder meteen verantwoording af te moeten leggen; dat juist deze opmerkelijke vrijheid die Jezus haar gunt, door haar haar gang te laten gaan, heel basaal, heel fysiek, met tedere en zorgvuldige gebaren; dat juist dat er toe bijdraagt dat ze wat het ook geweest mag zijn dat haar dwarszit en blokkeert, los kan laten.
In de buurt van Jezus leeft zij op, omdat ze volledig zichzelf kan zijn. Zichzelf kan terugvinden. Een sterke vrouw met eigen middelen (vgl. 8:3). En dat is misschien wel het geheim van wat ‘Uw zonden zijn u vergeven’ betekent.

Omdat ze veel liefde betoont, worden haar zonden vergeven, al waren het vele – zegt Jezus. Hij zegt niet: het waren er vele. Hij weet het niet, hij laat het in het midden. Vergeving is, God gaat daaraan voorbij. De zonde interesseert hem niet meer. Hij denkt er niet eens meer aan.

We maken van het geloof vaak een moraal, maar wat Jezus doet gaat daar bovenuit – vandaar dat hij zich ook niet interesseert voor de zonden van de vrouw.
In de krant schreef collega Jean-Jacques Suurmond deze week weer een mooie column waarin hij schrijft: “Deze rondzwervende rabbi met gras in zijn haar bracht geen dogma’s, maar ontketende een spirituele dynamiek…. Hij ondermijnt onze gemakzuchtige opvattingen over wat goed is en slecht, gelovig en ongelovig. De meeste kritiek kreeg Jezus dan ook van mensen die erg overtuigd waren van hun religieuze gelijk. Zijn parabels willen ons van binnen uit openbreken zodat we nieuwe mogelijkheden zien – als flitsen van zijn komende rijk”.

Deze vrouw – wat weten we van haar – betoont veel liefde in een even simpele als sprekende daad. Daarom wordt haar veel vergeven.
Liefde heeft het vermogen het verleden – de kwetsuren, de littekens – ongedaan te maken, of in ieder geval deze te overwinnen, of nog voorzichtiger, om ermee te leven.

Bij Jezus hangt kennelijk een sfeer waarin mensen, gekwetste en beschadigde mensen, voelen dat ze op kunnen ademen, zichzelf kunnen zijn, geaccepteerd worden. Jij ook. Ik ook. En dan kunnen er onvermoede dingen gebeuren.

Het gaat over schenken. Over de vergeving die er van Jezus uitgaat. Die op een bepaalde manier op gang komt, losgemaakt wordt, door de vrijgevige actie van de vrouw.
Maar, zeiden we, het gaat ook over ontvangen, over je open stellen, over gastvrijheid – niet alleen bij de maaltijd, maar in een bredere zin. Openheid voor wat je geschonken wordt. Vergeving is iets wat van God uitgaat, maar door een mens moet worden aanvaard. Zodat er een creatieve wisselwerking tot stand komt, en je zelf ook vergevensgezind wordt, open, gastvrij.
Vergeving is dat God ons openbreekt, van binnenuit, voor nieuwe mogelijkheden, voor een ander leven, voor vrijgevigheid en spontaniteit, voor het loskomen van gemakkelijke oordelen en al te stellige zekerheden.
Dat zit allemaal in dit verhaal verborgen, ik hoop dat u dat hebt gemerkt.

God is een god van liefde en genade, van vergeving zonder voorwaarden vooraf. Het enige dat ervoor nodig is om dat te laten gelden, is dat jij je daarvoor openstelt, dat je niet te trots bent, te Farizees, dat je je durft bloot te geven zoals deze vrouw, dat je je tranen de vrije loop laat…

Jezus zegt: Uw geloof heeft u gered: ga in vrede.
AMEN

 

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply