Overdenking

alle rivieren stromen naar zee (Prediker 1)

Prediker is niet het hele Evangelie, maar het is wel helemaal Heilige Schrift.
Vandaag en enkele komende zondagen lezen we uit dit wonderlijke Bijbelboek. We zijn bij het begin begonnen, en daar horen we meteen de typische boodschap van de Prediker: alles is ijdelheid. Lucht en leegte, zoals de nieuwe vertaling zo prachtig poëtisch vertaalt. Alles draait maar zinloos rond. Het is vermoeiend om daar te lang naar te kijken of te diep over door te denken. Er is niets nieuws onder de zon – ook zo’n typische Prediker-uitspraak. Het komt allemaal op hetzelfde neer. Zo zou je de tekst van vandaag simpel kunnen samenvatten. Niet bepaald iets om vrolijk van te worden. Integendeel,  je zou er somber en cynisch van worden, net zoals de Prediker zelf klinkt.
Maar klopt dat wel? Is dit een sombere boodschap? Is de Prediker een pessimist? Een eeuwige klager? Een boze burger, zo iemand die overal tegen is, niet vanwege de inhoud maar om het plezier om tegen te kunnen zijn?

Ik denk dat er nog wel wat meer over Prediker en zijn boodschap te zeggen is. Anders zou ik er ook niet aan begonnen zijn.
Dan daarbij, u bent niet naar de kerk gekomen om je daar nog verder de put in te laten praten. Dat laten we toch niet gebeuren. Daar is het geloof niet voor bedoeld.

Er is veel over dit kleine Bijbelboekje nagedacht en geschreven. Daar heb ik dankbaar gebruik van gemaakt. Deze preken geven niet het laatste woord, dat mag je van geen enkele preek verwachten. Misschien helpen ze door wat licht op de weerbarstige teksten te werpen.

Veel van wat over Prediker wordt gezegd, maakt gebruik van het Ja-maar-schema. Redeneringen die bedoeld zijn om de boodschap van Prediker te relativeren.
Dan wordt bijvoorbeeld gezegd: Prediker vertolkt een eigen stem, maar staat toch een beetje aan de rand van het Oude Testament. Of men beweert: Prediker spreekt weliswaar over God, maar mist de kennis van de verbondsgod, JHWH die zijn volk bevrijdt. Prediker vertelt maar de helft van het verhaal. Of, andere redenering: de vertwijfeling en de zinloosheid van Prediker mogen hun plaats hebben in de Bijbel, maar hij leeft nog voor de komst van de Messias. Wij weten meer dan Prediker. Prediker leeft met het Oude Testament in de schaduw, wij staan in het volle licht van de Christusopenbaring.

In al die redeneringen zit wel wat in, maar ze hebben ook bezwaren, met name de laatste. Al die ja-maar-redeneringen miskennen de eigenheid en het goed recht van de Prediker. Ze halen de angel eruit en dan is de spanning er ook uit.
De enige ja-maar-redenering die je valide kunt gebruiken bij het begin van Prediker is, dat er in zijn boekje ook nog andere geluiden staan. Prediker is niet één lange monotone klaagzang. Het is ook het boek waarin regelmatig wordt opgeroepen om van het leven te genieten. Prediker kent het eenvoudige doch diepe geluk om zomaar in de zon te kunnen zitten. Hij schrijft: “Het licht is een genot. Wat een weldaad voor de ogen om de zon te zien” (11: 7). Prediker is een levenskunstenaar en hij wil ons leren het te worden.

De uitdaging is dus om Prediker zoveel mogelijk zelf aan het woord te laten. Om niet te snel met een ja-maar-redenering aan te komen.
Vandaar die zin waarmee ik begon: Prediker is niet het hele evangelie, maar het is wel helemaal Heilige Schrift. En over dat laatste kunnen we ons alleen maar dankbaar  verwonderen.

Eerst een paar algemene opmerkingen over het boek van de Prediker.
– Zijn boekje hoort tot de wijsheidsliteratuur. Daar horen boeken bij als Spreuken, Job en enkele psalmen. Bijbelse wijsheid, dat is een soort mengeling van algemeen boerenverstand en nuchtere levenservaring. Dat heeft niets te maken met academische scholing. (Even tussendoor: Voor mijn verjaardag kreeg ik een boek van de Twentse dichter en taalkundige Willem Wilmink en dat heet: Handig literatuurboek voor mensen met meer verstand dan opleiding…)
Bijbelse wijsheid kun je samenvatten met 1) als mens  je plaats weten en 2) God de eer geven. Verderop staat: God is in de hemel en jij bent op aarde, dus moet je spaarzaam met je woorden zijn (5: 1), en ook: De mens is een eenvoudig schepsel. Zo is hij door God gemaakt, maar hij heeft talloze gedachtespinsels (7: 29). Uit Prediker kun je gretig citeren.
Dat is één: Bijbelse wijsheid.

voorbereiding voor het loofhuttenfeest

voorbereiding voor het loofhuttenfeest

– Tweede wat belangrijk is dat voor de Joden het boek Prediker hoort bij de zogenaamde feestrollen. Op de belangrijke feesten wordt er uit één bepaald Bijbelboek gelezen en Prediker heeft die eer op het Loofhuttenfeest. Tijdens dat feest leven de vrome joden in een zelfgebouwd hutje en denken ze terug aan de tocht die hun voorvaderen en voormoederen hebben gemaakt door de woestijn. Daarom moet je het hutje zo bouwen dat je door het loofbladerendak heen de sterrenhemel ziet, onder een open hemel. Want, leven is onderweg zijn, door de woestijn. Het is een oogstfeest, een joods vreugdefeest. In de Thora staat: “zeven dagen moeten jullie feestvieren ten overstaan van de Heer, jullie God” (Lev. 23: 40). Op dit vreugdefeest lezen de Joden Prediker, en dat is niet om de stemming te drukken. Het is al een aanwijzing hoe Prediker op zijn eigen manier een boodschap van vreugde brengt. Daar komen we straks op terug.
– Er is nog iets wat goed is om te weten als je Prediker gaat lezen. Dat heeft te maken met de taal. Als u thuis een Bijbel in de nieuwe vertaling hebt, wat ik toch mag hopen, dan moet u het zelf maar eens bekijken. Bepaalde delen van de tekst staan er in een andere bladspiegel. Niet als doorlopende, proza-tekst, maar zoals ze bedoeld zijn, als poëzie. Dat geldt dus ook voor het begin dat we vanmorgen gehoord hebben. Lucht en leegte, zegt Prediker, lucht en leegte, alles is leegte. Dat is poëzie. En in de vertaling komt dat prachtig uit – De wind waait naar het zuiden, dan draait hij naar het noorden. Hij draait en waait en draait, en al draaiend waait de wind weer terug.
Waarom is dat belangrijk om te weten?
Omdat poëzie andere taal is dan een doorlopend verhaal. Daar is veel over te zeggen – ik kan u het boek van Willem Wilmink aanraden – maar waar het nu even om gaat is dat we beseffen dat Prediker zijn inzichten met ons deelt in het register van de poëzie, die altijd zelf weer tot denken en mijmeren wil aanzetten. We doen vaak alsof de bijbel een boek is vol redeneringen, opvattingen, waarheden, waaruit je een christelijke levensbeschouwing samenstelt, allemaal heel erg in ons hoofd. Maar poëzie spreekt je op een andere manier aan. Poëzie kun je mooi vinden zonder dat je het begrijpt. En zo is het ook met de Prediker. Je kunt er wijs mee zijn, zonder er altijd wijs uit te worden (Rothuizen).

Nu dan toch over dat eerste, poëtische, gedeelte dat we vanmorgen hebben gehoord.
Zo moeilijk lijkt het ook weer niet te begrijpen wat de Prediker zegt.
Alle rivieren stromen naar de zee, toch raakt de zee niet vol. We hebben het allemaal op school geleerd, de kringloop van het water.
Prediker is onder de indruk van de cirkelgang die overal in de natuur terug te vinden is. Generaties komen en generaties gaan. We leven met de seizoenen. De wisseling van dag en nacht. De zon gaat zinloos onder, morgen moet zij toch weer op (Herman Finkers).
Alles is vermoeiend, verzucht Prediker.
Er is niets nieuws onder de zon. (…) De vroegere generaties zijn vergeten en ook de komende zullen weer worden vergeten.

Het klinkt pessimistisch en somber. Maar is het dat ook?
Wij denken al gauw dat Prediker zegt: alles is zinloos. En dan noemen we hem modern, omdat dat aan zou sluiten bij bepaalde culturele en filosofische stromingen, het leven is absurd, het leven heeft geen diepere zin. Maar is dat wat Prediker beweert, of leggen wij hem dat in de mond?

De achtergrond van zijn overdenkingen is het cyclische wereldbeeld, waarin de tijd beleefd wordt als een grote kringloop waarin alles steeds weer terugkeert. Pas later ontstaat, juist in de christelijke en westerse traditie de lineaire beleving van de tijd. Dan zien we de tijd als iets dat voortgaat en ontwikkeling kent. Het heeft een begin en het heeft een doel, een bestemming. De hemel, of het Koninkrijk Gods, of de socialistische heilsstaat of wat dan ook.
Die tijdsbeleving stempelt nog steeds onze cultuur, ook al is het geloof in de heilsstaat, christelijk of niet, verdwenen. Wij vinden het nog steeds belangrijk dat je je ontwikkelt, we geloven in de vooruitgang, we maken ons helemaal afhankelijk van groei, van groter, van meer, van verbetering. De tijd schrijdt voort. Wij hebben daarom continu haast. Iedere keuze die je maakt, en het leven is niets anders, sluit andere keuzemogelijkheden uit, en levert dus stress op.

In zijn boek over Tijd schrijft de filosoof Rüdiger Safranski over de tegenstelling tussen cyclische tijd en de lineaire tijd. Hij beweert dat de organische cyclische tijd tegenwicht kan bieden tegen het gestreste bewustzijn van onze cultuur waarin we continu in gevecht zijn tegen de lineaire, onherroepelijk verstrijkende tijd. “Wie zich onderdompelt in de organische tijd, merkt dat de maatschappelijke tijdsdrukte een nogal komisch gespartel is. Het perspectief van de cyclische tijd werkt ontnuchterend en dempt de hysterie” (p. 112). En hij wijst er nog op dat ook ons eigen lichaamsritme cyclisch geordend is.

Dat de dingen gaan zoals ze gaan, zon en maan, dag en nacht, eb en vloed, de seizoenen van de natuur en de seizoenen van onze levensweg, jeugd, volwassenheid en ouderdom – dat alles is zo natuurlijk en organisch en met de schepping gegeven. Dat is wat Prediker nuchter en realistisch opmerkt. Zo is het leven. Daar kun je je over beklagen, maar ook dat helpt niet.
Het is zoals het is. Je kunt je er ook over verwonderen, poëtisch verwonderen. Misschien is dat wel wat Prediker vooral doet?

Zeggen dat Prediker de zinloosheid predikt, is hem in een modern malletje persen. Maar Prediker draagt geen zwarte coltrui en hij rookt ook geen pijp.
Het is anders. In zijn nuchter realisme neemt hij de dingen waar zoals ze zijn.
Het leven heeft geen zin, geen andere zin dan het leven zelf.
Zin is niet iets wat wij er aan toe zouden moeten voegen om het enigszins dragelijk te maken. Dat zit een beetje in het woord zin-geving, waardoor ik daar altijd wat moeite mee heb. Alsof wij zin geven aan het leven. Dat is menselijke hoogmoed. Als dat zo is, zouden we de Schepper beledigen. Is het niet veel meer dat we zin vinden, of zin kunnen ontdekken; het zit er allemaal al in, in dat oneindig rijke leven – maar dan moet je er wel naar zoeken en het kunnen zien. En dat doet Prediker.

Prediker is een zoeker. Hij onderzoekt het leven, klopt er op, schat het naar waarde, laat zich geen wijs maken, houdt zich verre van vrome praat, kortom: hij zoekt naar wijsheid, Bijbelse wijsheid, levenswijsheid. En hij ontdekt dan: de zin van het leven is het leven zelf. Het leven dat wij niet hebben gemaakt of ons zelf hebben gegeven, waar we ook niet om hebben gevraagd, maar dat ons geschonken wordt.
Het goede dat God ons geeft, het zal een paar maal verderop in het boek Prediker nadrukkelijk worden gezegd. Het zonlicht waar je zomaar in kunt gaan zitten…

Levenskunst, levenswijsheid is, daarvoor openstaan.

AMEN

 

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply