Overdenking

75 jaar Vrijheid

Deze week is het 75 jaar geleden dat Vries en omgeving werd bevrijd. Dat hadden we deze zondag uitgebreid zullen vieren, met een openluchtdienst op de brink voor de kerk. Met onder andere verhalen van mensen die de oorlog hebben meegemaakt, maar ook van nieuwe Nederlanders in onze gemeenschap, die hun ervaringen hebben met oorlog en geweld. Misschien komt dat allemaal een andere keer. Toch wil ik het vandaag hebben over dit thema, 75 jaar vrijheid.

Je kunt deze overdenking ook op een filmpje bekijken

En ik begin er mee om te zeggen dat ik dat best lastig vind. Ik ben natuurlijk van na de oorlog, net als de meesten van jullie. De generatie van degenen die levende herinneringen hebben aan die tijd, sterft uit.
Ik las deze week over het verschil tussen het communicatieve geheugen en het culturele geheugen. Bij het communicatieve geheugen is de herinnering letterlijk levend, zolang er mensen zijn die er uit de eerste hand over kunnen vertellen. Dat gaat zo’n 80 – 100 jaar mee. Ga maar na, dat geldt ook als je teruggaat in je eigen familiegeschiedenis. Het culturele geheugen, daarmee wordt bedoeld dat een gedeelde herinnering op een gegeven moment een bepaalde vorm aan gaat nemen, in monumenten, teksten, rituelen, herdenkingen en zo voort. Zo geld dat ook voor onze viering van 75 jaar Vrijheid.

Het gaat al lang niet meer om de oorlog alleen. We vieren dit jaar niet 75 jaar bevrijding, maar 75 jaar vrijheid. Dat is een klein maar veelbetekenend verschil. Het gaat steeds meer om wat vrijheid nú betekent. We gedenken niet alleen de gevangenen in oorlog of verzet, we gedenken ook de Joodse slachtoffers – dat was in het begin niet zo – we gedenken anderen die omkwamen bij andere oorlogssituaties en bij vredesoperaties, zoals de formulering is. We vieren in bredere zin, wat het betekent vrij te zijn, in een vrije democratische rechtsstaat te leven, en hoe belangrijk dat is om te beschermen, om op te komen voor mensen in andere delen van de wereld die dat niet kennen, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van geloof, vrijheid om je eigen seksuele voorkeur te leven en ga zo maar door.

Dat is allemaal belangrijk en het is goed om dat er bij te betrekken, vind ik ook, maar de andere kant is dat het dan zo breed wordt, dat je je afvraagt, wat vieren we eigenlijk? Of viert iedereen zijn eigen feestje? Dat kan ook, iedereen heeft zijn eigen, persoonlijke, specifieke herinneringen en ervaringen, immers.

Vrijheid vieren, is altijd je afvragen wat dat voor nu en voor ons zelf betekent, in de wereld waarin wij nu leven. Vind ik ook. Maar daar komt een tweede ongemak bij, wat mij betreft. Waarom ik het ook lastig vind om met allerlei mooie woorden vrijheid te vieren.
Dat heeft te maken met een ander boek, dat ik eerder las en indruk op mij maakte, en waarover ik ook al eens eerder wat heb gezegd. Linda Polman schreef vorig jaar Niemand wil ze hebben. Een overzicht van de manier waarop in Europa wordt omgegaan met vluchtelingen in de afgelopen eeuw. De titel, is de vertaling van een kop in een Duitse Nazi-krant, in 1939, naar aanleiding van een internationale conferentie over de vluchtelingenproblematiek. Allerlei Europese landen vergaderden daar over de vraag wat ze aan moesten met de vele Joodse vluchtelingen uit Duitsland. Nazi-Duitsland zelf was daar uiteraard niet bij. Triomfantelijk kopte hun krant: Keiner will sie haben, niemand wil ze hebben. Alle landen deden hun best argumenten aan te voeren waarom zij de Joodse vluchtelingen niet konden opvangen. Ook Nederland. Het is, achteraf, beschamend om te lezen. Als reactie op de Kristallnacht, toen Joodse winkels en synagogen werden vernield, verdubbelde Nederland de grenswacht – om vluchtelingen tegen te houden. Het is ook onthullend, om te lezen dat de argumenten van toen, 80 jaar geleden, precies dezelfde argumenten zijn die nu in Europa worden gebruikt, om de vluchtelingen van nu tegen te houden, of onder erbarmelijke omstandigheden op de Griekse eilanden te laten verkommeren.

Dus ja, 75 jaar vrijheid. We gedenken de oorlog en de strijd tegen het barbarisme. Dat nooit weer, riepen wij en roepen wij. Maar ondertussen …  wat is er wezenlijk veranderd? Wat hebben wij, mensen, er echt van geleerd?

Er wordt veel moeite gedaan om 600 vluchtelingenkinderen uit de onveilige kampen in Europa onder te brengen. De Nederlandse regering doet daar niet aan mee, ondanks dat diverse gemeenten mee willen werken, ondanks de oproep van onze eigen kerk…

Er zijn mensen die zeggen dat we nu, in deze crisis vanwege het corona-virus, ook een kans hebben om straks het anders te gaan doen. Dat we andere keuzes maken, andere voorkeuren laten gelden; dat de wereld er beter van kan worden, nu we leren dat aandacht en zorg voor elkaar, verbondenheid en gemeenschapszin, veel belangrijker zijn dan, nou ja, macht, geldingsdrang, economisch gewin… Zou het? Dat dachten ze na de oorlog ook, dat er een nieuwe samenleving zou komen, verbondenheid over de verschillende zuilen heen. Een doorbraak?

Vrijheid vieren? Ik vind het lastig. Maar misschien is dat ook wel goed. Je moet lastige vragen nooit uit de weg gaan.

Een  laatste gedachte heeft betrekking op dat woord, gedenken – met een bijbelse achtergrond.
Dat brengt me bij het boek Exodus dat we deze periode lezen. Dat gaat over bevrijding – de uittocht uit Egypte – zoals we met Pasen hebben gevierd. Maar, zoals ik vorige week al zei, daarna begint het pas.
Eén van de dingen die in het verhaal wordt benadrukt, is de plicht tot herinnering. Mozes roept het volk herhaaldelijk op, te gedenken wat de Heer heeft gedaan én om dat door te geven aan de kinderen. Bij het ongedesemde brood op Pascha, moeten ze hun kinderen vertellen: ‘Zo gedenk ik wat de Heer voor mij heeft gedaan toen ik wegtrok uit Egypte’ (Ex. 13 vers 8).
Rabbijn Jonathan Sacks schrijft daar over in zijn boek Exodus:

“Om hun vrijheid te verwerven moesten de Israëlieten een volk worden dat onderwijs centraal stelde. Dat is wat Mozes niet alleen tot een groot, maar ook tot een uniek leider maakte. Wat de Tora leert, is dat vrijheid niet wordt veroverd op het slagveld, in de politieke arena of in nationale of internationale gerechtshoven, maar in de menselijke verbeelding en wil. Om een land te verdedigen heb je een leger nodig. Je hebt families, gezinnen en een onderwijsstelsel nodig waarin idealen van generatie op generatie worden doorgegeven, zodat ze niet verloren gaan, betwijfeld worden of verduisterd raken. Nooit heeft men een dieper inzicht gehad in de vrijheid. Het is niet moeilijk, zo zei Mozes, om vrijheid te verwerven, maar haar behouden is het werk van honderden generaties”

Dus, vertel het verhaal van de bevrijding door, geef het ideaal door, en geef er gestalte aan in je eigen generatie.
En we hopen dat de scholen weer snel open gaan….

Ik eindig met een fragment uit Psalm 78, één van de teksten voor deze zondag, dat hier bij aansluit. De eerste zeven verzen, uit de Bijbel in gewone taal:

“Luister allemaal naar mijn woorden.
Luister goed, want ik wil jullie iets leren.
Wijze woorden wil ik spreken,
wijze woorden over het verleden,
over dingen die vroeger gebeurd zijn
en die wij van onze voorouders hoorden.

Ook onze kinderen moeten dat weten.
Wij zullen hun het verhaal vertellen
over de machtige daden van de Heer,
de wonderen die hij heeft gedaan.

De Heer gaf zijn wetten aan Israël,
hij maakte regels voor zijn volk.
Onze voorouders moesten die regels
weer aan hun kinderen leren.
Want iedereen moest Gods regels kennen,
elk kind dat in Israël geboren werd.
Zo werden zijn wetten steeds doorgegeven.

Het volk mocht niet vergeten
wat God voor hen gedaan had.
Ze moesten hem vertrouwen
en zich aan zijn regels houden”.

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply